Afbouwen beleggingen decentrale overheden

Voor bestaande beleggingen geldt een overgangsregeling volgens welke deze beleggingen dienen te worden afgebouwd.

Schatkistbankieren houdt in dat decentrale overheden al hun overtollige (liquide) middelen aanhouden bij het Agentschap. Voor bestaande beleggingen/uitzettingen kent het wetsvoorstel een overgangsregeling. Vooruitlopend op het wetsvoorstel is de overgangsregeling op 4 juni 2012 in de Staatscourant gepubliceerd.

De overgangsregeling betekent dat decentrale overheden hun bestaande uitzettingen/ beleggingen mogen aanhouden tot het einde van de looptijd indien die belegging is aangegaan vóór 4 juni 2012 18:00 uur. Een decentrale overheid blijft volledig vrij in de keuze om beleggingen voor het einde van de looptijd te liquideren. Zodra een belegging vrijvalt, dienen de liquide middelen die hieruit voortvloeien in de schatkist te worden aangehouden.

Beleggingen die vrijvallen voordat schatkistbankieren verplicht werd, mochten worden herbelegd op voorwaarde dat de middelen uiterlijk eind 2013 vrijvielen. Het gevolg van de overgangsregeling is dat op termijn alle beleggingen in de schatkist worden opgenomen.

Uitgangspunt van de overgangsregeling is dat de toepassing ervan zoveel mogelijk tot dezelfde uitkomsten moet leiden ongeacht de manier waarop decentrale overheden beleggingen hebben vormgegeven. Over de overgangsregeling is een toelichting beschikbaar.