Financieringsbeleid

Het financieringsbeleid van het Agentschap schept de kaders voor financiering van de Nederlandse staatsschuld. Relevante vragen zijn bijvoorbeeld de hoogte van de financieringsbehoefte in een bepaald jaar, het beroep op de geld- en kapitaalmarkt, het gebruik van financieringsinstrumenten (looptijd, volumes, timing, etc.) en de communicatie met marktpartijen.

De kernwaarden waar het Agentschap naar handelt zijn consistentie, transparantie en liquiditeit. Daarnaast, bouwt het Agentschap waar nodig voldoende flexibiliteit in om adequaat in te kunnen spelen op veranderende marktomstandigheden en fluctuaties in de financieringsbehoefte.

Consistentie, transparantie en verhandelbaarheid

De kernwaarden consistentie en transparantie versterken de reputatie van de Staat als betrouwbare en voorspelbare uitgever en dragen daarmee bij aan lagere financieringskosten. Het Agentschap informeert beleggers door middel van persberichten en verschillende publicaties op reguliere basis over nieuwe financieringsontwikkelingen. In december wordt steevast de jaarlijkse Outlook gepubliceerd. Deze Outlook omvat het financieringsplan voor het komende jaar. Daarnaast publiceert het Agentschap kwartaalberichten (Quarterly Outlooks) waarin meer gedetailleerde uitgiftekalenders voor het komende kwartaal aan bod komen. Veilingen en veilingresultaten worden aangekondigd op de website, Bloomberg en twitter.

Het Agentschap heeft liquiditeit ook hoog in het vaandel staan. Het ziet er op toe dat er voldoende liquiditeit beschikbaar is in de uitgegeven instrumenten, zodat deze eenvoudig te verhandelen zijn en daardoor zo attractief mogelijk zijn voor nationale en internationale beleggers.

Euromast in Rotterdam
Beeld: Outlook 2016
Euromast in Rotterdam

Flexibiliteit

Naast de naleving van de eerdergenoemde kernwaarden van consistentie, transparantie en liquiditeit, past het Agentschap ook flexibiliteit toe waar mogelijk om adequaat in te kunnen spelen op nieuwe marktomstandigheden en veranderingen in de financieringsbehoefte. Dit betekent dat het Agentschap in de praktijk een goede balans probeert te vinden tussen enerzijds voorspelbaar en betrouwbaar te zijn en anderzijds voldoende mogelijkheden te hebben om te reageren op nieuwe ontwikkelingen.

Wat is de totale financieringsbehoefte?

De financieringsbehoefte bestaat voor een bepaald jaar uit de volgende drie componenten: (1) de aflossingen van oude leningen op de kapitaalmarkt (voornamelijk staatsobligaties), (2) het aan het eind van het voorgaande jaar uitstaande volume op de geldmarkt en (3) het (verwachte) kassaldo in de begroting. De financieringsbehoefte kan gedurende het jaar wijzigen, door bijvoorbeeld nieuwe ramingen van het kassaldo. Daarnaast kan het terugkopen van DSL's door het Agentschap gedurende het jaar ook invloed hebben op de financieringsbehoefte, evenals fluctuaties in het onderpand in contanten als gevolg van renteveranderingen. De raming van de financieringsbehoefte wordt gedurende het jaar geactualiseerd.

De financieringsbehoefte bepaalt het totale beroep van de Nederlandse Staat op de internationale financiële markten. Een deel ervan wordt gedekt op de kapitaalmarkt (de markt voor leningen met een looptijd vanaf 1 jaar), een ander deel op de geldmarkt (de markt voor leningen met een looptijd t/m 1 jaar). Beide worden in onderlinge samenhang vastgesteld en aan het begin van elk nieuw kalenderjaar als onderdeel van het financieringsplan gecommuniceerd.

Op de kapitaalmarkt wordt gestreefd naar consistentie door in beginsel niet af te wijken van de vooraf aangekondigde uitgifte volumes op de kapitaalmarkt. Om toch enige flexibiliteit te hebben wordt doorgaans gewerkt met een bandbreedte in plaats van een puntschatting. Mee- en tegenvallers in de begroting worden gedurende het jaar echter voornamelijk opgevangen op de geldmarkt, die door haar flexibele karakter fungeert als buffer voor (on)verwachte veranderingen in de financieringsbehoefte. Om deze bufferfunctie goed te laten functioneren wordt op elk moment gestreefd naar voldoende uitstaand volume op de geldmarkt.

Als gevolg van de coronacrisis heeft het Agentschap bij hoge uitzondering het financieringsplan gedurende het jaar bijgesteld. Alhoewel een groot deel van de hogere financieringsbehoefte in eerste instantie werd opgevangen op de geldmarkt (wat as natuurlijke buffer fungeert), werd al snel duidelijk dat ook hogere volumes op de kapitaalmarkt nodig waren. Om toch voldoende consistentie te behouden heeft het Agentschap besloten alle obligaties volgens plan uit te geven op de kapitaalmarkt en daarnaast de volumes omhoog bij te stellen en tevens een nieuwe obligatie uit te geven. Het aangepaste financieringsplan is gecommuniceerd aan de markt via een uitgebreid persbericht.

Welke instrumenten gebruikt het Agentschap?

Het Agentschap gebruikt verschillende financieringsinstrumenten, waaronder:

  • Staatsobligaties (Dutch State Loans; DSL’s); dit zijn gestandaardiseerde leningen met een looptijd langer dan een jaar die uitgegeven worden op de kapitaalmarkt.
  • Schatkistpapier (Dutch Treasury Certificates; DTC’s); dit zijn gestandaardiseerde leningen met een looptijd korter dan een jaar die uitgegeven worden op de geldmarkt.
  • Global Commercial Paper (GCP); kortlopend papier dat uitgegeven wordt op de geldmarkt op ad-hoc en flexibele basis; GCP wordt zowel in euro’s als in vreemde valuta uitgegeven (valutarisico wordt volledig afgedekt) en kan in de vorm van Euro CP of US CP zijn;
  • Deposito’s; een kortlopende overboeking van middelen op de geldmarkt; ofwel voor het aantrekken van middelen ofwel voor het uitzetten van middelen;
  • Repo’s; nog een instrument dat doorgaans gebruikt wordt voor het aantrekken of uitzetten van middelen op de geldmarkt; repo’s zijn gedekte leningen met een terugkoopverplichting (in de vorm van sell-buy backs of buy-sell backs); het Agentschap heeft ook een repo faciliteit beschikbaar voor voor het geval een Primary Dealer short staat.;
  • Groene obligaties; dit zijn reguliere DSL’s met als toevoeging dat opgehaalde middelen worden toegewezen aan groene uitgaven en dat daarover gerapporteerd wordt.
  • US dollar obligaties; dit zijn DSL’s uitgegeven in US dollars (het wisselkoersrisico wordt volledig afgedekt); dit instrument wordt alleen gebruikt wanneer het een financieringsvoordeel oplevert en mits het past binnen de financieringsbehoefte.

Welke looptijden?

De looptijden van kapitaalmarktleningen (staatsobligaties) variëren van 3 tot 30 jaar. Door in verschillende looptijden uit te geven kunnen verschillende soorten beleggers bereikt worden. Afhankelijk van de financieringsbehoefte streeft het Agentschap ernaar om jaarlijks één tot drie nieuwe staatsobligaties uit te geven. Jaarlijks vindt doorgaans een uitgifte plaats van een nieuwe 10-jaarsobligatie, zodat in ieder geval een liquide curve kan worden onderhouden tot en met het 10-jaarssegment. Daarnaast worden regelmatig leningen in looptijden korter en langer dan 10 jaar uitgegeven, zowel door middel van nieuwe uitgiften als door oude leningen te heropenen. Het Agentschap streeft er ook naar om ongeveer eens in de 4 tot 5 jaar een nieuwe 30-jaarsobligatie uit te geven.

Ten behoeve van de liquiditeit committeert het Agentschap zich om nieuwe leningen met een looptijd tot en met 10 jaar tot een uitstaand volume van minstens € 12 miljard te brengen binnen twaalf maanden na de eerste uitgifte. 30-jaarsobligaties worden tot een minimum volume van € 10 miljard gebracht binnen enkele jaren na de lancering. Na een initiële uitgifte van een lening wordt een lening meerdere malen heropend om het doelvolume te bereiken. Daarnaast wordt de liquiditeit van staatsobligaties ondersteund door de bemiddeling van Primary Dealers (die tevens quoteerverplichtingen hebben) en door de beschikbaarheid van een repo faciliteit voor het geval een Primary Dealer short staat. 

Wanneer wordt er geveild?

Het Agentschap heeft in principe de 2e en 4e dinsdag van de maand gereserveerd voor DSL veilingen, alhoewel zeker niet alle data benut hoeven te worden. Daadwerkelijke veilingen hangen af van de financieringsbehoefte en worden aangekondigd via persberichten en kwartaalkalenders. DTC’s worden doorgaans regulier geveild op de 1e en 3e maandag van de maand. Afhankelijk van het type uitgifte – DTC, DSL of een DSL heropening – maakt het Agentschap gebruik van verschillende veilingmethoden. Meer informatie daaromtrent is hier te vinden: Veilingmethoden.