Wetswijziging

Een decentrale overheid moet alle overtollige liquide middelen in de schatkist aanhouden. Wat zijn overtollige middelen?

Overtollige middelen zijn alle middelen die een decentrale overheid op dat moment niet nodig heeft voor het doen van uitgaven. In  het algemeen zijn dat alle beleggingen (hiervoor geldt de overgangsregeling), saldi op bankrekeningen en contant geld. Overtollige middelen zijn netto: saldi op bankrekeningen kunnen dus gesaldeerd worden. Een bankrekening met een negatief saldo van 5 mln en een bankrekening met een positief saldo van 7 mln (bij dezelfde of bij een andere bank), betekent dat er 2 mln. aanwezig is in de vorm van overtollige middelen. Deze overtollige middelen moeten in de schatkist worden aangehouden, met uitzondering van uitgezonderde middelen zoals het drempelbedrag. 

Kan het ministerie eenzijdig de rekening-courantovereenkomst vaststellen?

Ja, dit is zo geregeld in de wet Fido. Volgens de wet treedt de rekening-courantovereenkomst in werking treedt nadat deze door het Agentschap is opgestuurd en door de decentrale overheid is ontvangen. In de regeling schatkistbankieren is de tekst van de modelovereenkomst opgenomen. De rekening-courantovereenkomst is dus voor iedere decentrale overheid gelijk.

Waar kan de wet gevonden worden?

De wetswijziging (inclusief alle bijbehorende documenten) vindt u hier. De op dit moment geldende tekst van de wet Fido vindt u hier.