Veel gestelde vragen onderwijsinstellingen

Kan een onderwijsinstelling bij het schatkistbankieren nog vrij beschikken over de liquide middelen?

Deelnemers aan het schatkistbankieren zijn zelfstandige rechtspersonen. De rekening-courantrelatie tussen een instelling en het ministerie van Financiën wordt vastgelegd in een civielrechtelijke overeenkomst. In deze overeenkomst staat dat het ministerie van Financiën de bij haar in bewaring gegeven liquide middelen steeds op eerste verzoek direct en onvoorwaardelijk ter beschikking stelt aan de instelling. In de theoretische situatie dat het ministerie van Financiën zijn contractuele verplichtingen niet nakomt, kan een instelling dit via de rechter afdwingen.

Tast het schatkistbankieren de autonomie van een onderwijsinstelling aan?

Nee. Een onderwijsinstelling kan vrij kiezen waar zij haar liquide middelen aanhoudt. Indien zij er voor kiest om de liquide middelen aan te houden bij het ministerie van Financiën is de relatie die de onderwijsinstelling met het ministerie van Financiën aangaat, een zuiver bancaire relatie. Het ministerie van Financiën oefent uit dien hoofde dus ook geen toezicht uit op het betalingsverkeer of op de besteding van de liquide middelen.

Geldt het schatkistbankieren ook voor private gelden?

Nee. Het schatkistbankieren richt zich op publieke middelen. Onderwijsinstellingen kunnen ook private middelen beheren. Het adequaat scheiden van beide middelen is een verantwoordelijkheid van de onderwijsinstelling. Dit kan eventueel ook op basis van een onderbouwde vuistregel. Administratief afgescheiden private middelen dienen niet bij het ministerie van Financiën te worden ondergebracht.

Kan een onderwijsinstelling bij het schatkistbankieren onbeperkt lenen bij het ministerie van Financiën?

Nee. Als een onderwijsinstelling bij het ministerie van Financiën wil lenen of krediet in rekening-courant wil opnemen, is altijd instemming nodig van het ministerie van  OCW. Er zijn twee mogelijkheden om een lening te krijgen: op basis van hypothecair krediet of met een gemeentegarantie. Op basis van een door een instelling in te vullen financieel toetsingsdocument beslist het ministerie van OCW of de instelling een lening of rekening-courantkrediet kan krijgen. Omdat volgens de Comptabiliteitswet de minister van OCW garant staat voor leningen, zal de onderwijsinstelling voor iedere lening het recht van eerste hypotheek op haar bestaande onroerend goed en/of nieuwbouwproject(en) moeten verlenen. De toetsing van het maximaal te lenen bedrag wordt vastgesteld op basis van taxatie van het ingebrachte onroerend goed en/of nieuwbouwproject(en). Tevens is het mogelijk te lenen bij de schatkist op basis van een gemeentegarantie. Ook wanneer wordt geleend met een gemeentegarantie is, conform de eisen van de Comptabiliteitswet, instemming vereist van het ministerie van OCW.

Kan een lening ook worden verstrekt als geen recht van eerste hypotheek afgegeven wordt?

Nee. Indien er reeds een hypotheek verstrekt is, geheel of gedeeltelijk, op het pand kan er geen lening gegeven worden door het ministerie van Financiën op basis van dit pand, tenzij er een gemeentegarantie is. Maar ook met een gemeentegarantie is instemming vereist van het ministerie van OCW. Een verstrekte positieve/negatieve hypotheekverklaring is ook een belemmering voor de schatkistlening. De accountmanager neemt graag de mogelijkheid met u door van bijvoorbeeld vervroegd aflossen van uw huidige lening.

Berekent het ministerie van Financiën afsluitkosten?

Nee. Er worden geen afsluitkosten in rekening gebracht. De kosten verbonden aan de taxatie door het Rijksvastgoedbedrijf (voorheen: dienst Domeinen) en voor het vestigen van de hypothecaire zekerheidsstelling zijn wel voor rekening van de onderwijsinstelling.

Kan een onderwijsinstelling ook voor een langere termijn beleggen?

Ja. Onderwijsinstellingen die voor langere tijd liquide middelen niet nodig hebben voor het uitvoeren van hun publieke taak hebben naast een rekening-courant ook behoefte aan andere producten. Daarom heeft het ministerie van Financiën een breed scala aan deposito's waaruit een onderwijsinstelling de voor haar meest gunstige looptijd kan kiezen. Uiteraard ontvangt een onderwijsinstelling voor haar afgesloten deposito's een aantrekkelijke rente.

Kan een deposito ook vervroegd opgenomen worden?

Ja. Een onderwijsinstelling kan een deposito vervroegd opnemen als dit nodig is voor de bedrijfsvoering. Op de vervroegde opnamedatum wordt de marktwaarde van het deposito bijgeschreven op de rekening-courant waarvan het geld oorspronkelijk is overgemaakt. Hiervoor zijn géén kosten of boeterente verschuldigd.

Mogen deelnemende onderwijsinstellingen elders publieke middelen aanhouden?

Nee, bij integrale deelname aan het schatkistbankieren dient de deelnemende onderwijsinstelling al haar publieke middelen bij het ministerie van Financiën aan te houden. Er mogen dus geen publieke middelen meer bij banken worden aangehouden. In het geval een onderwijsinstelling bij de start van de deelname aan het schatkistbankieren beschikt over een effectenportefeuille zal deze moeten worden afgebouwd.